Onderstamsoorten voor fruitbomen
Soorten van onderstammen bij het enten & oculeren (veredelen) van fruitbomen.
- Niet alle fruitsoorten behoren tot dezelfde familie en onderfamilie.
- Er is een nauwe verwantschap nodig opdat de enting kan lukken.
- Vermeerderen van onderstammen:
- afleggen of marcotteren
- winterstekken
- zaaien (enkel voor hoogstam)
- Sommige onderstammen hebben een betere weerstand tegen sommige schimmels.
Begrippen
- Typische vaktaal zijn ent of griffel, eindknop of eindoog, bladknop, entplaats en onderstam.
- Soms is er een tussenstam nodig, dit is het deel tussen de onderstam en de ent.
Goede tussenstammen bij Pyrus zijn de rassen 'Le Curé', Beurré Hardy, Comtesse de Paris en Doyenné du Comice. - De groeisterkte van de onderstamsoort bepaalt of de nieuwe fruitboom een laagstam, halfstam of hoogstam kan worden.
Tabel 01: Fruitonderstammen en te enten fruitsoorten
- Fruitonderstammen met te enten fruitsoorten.
- Vanaf Actinidia (kiwizaailing) tot en met Prunus avium (kersonderstam)
- KLIK op de afbeelding om deze groter te maken!
Tabel 02:
- Fruitonderstammen met te enten fruitsoorten
- Vanaf Prunus domestica (pruimonderstam) tot en met Vitis vinifera (druivelaar)
- Aanvulling: Een tamelijk zwakgroeiende onderstam voor pruim, perzik en abrikozen is de Prunus spinosa 'Wur S766'. ®
Volwassen pruimenbomen worden met deze onderstam ca 2,5 m hoog en 3 m breed.
Betekenis van de afkortingen in de tabellen.
- cv = ras of rasnaam (vb. cv 'Elstar')
- EM, M = East Malling, Malling (Engels proefstation)
- MM = Malling Merton (Engels proefstation waar men de onderstammen op groeikracht heeft onderzocht)
- St. = plantenvermeerdering mogelijk door stekken
- T.S. = tussenstam nodig. Onverenigbaarheid of slechte stamvorming bij de onderstam. vb bij peren wordt de tussenstam 'Beurré Hardy' gebruikt.
- Z. = zaailing (De meeste onderstammen zijn niet-zaadvast.)
Opmaak: © Guy De Kinder